Bezoekjes aan oma moeten afgedwongen worden met dwangsommen – tot ook dat niet meer werkt

Economie & recht De familieleden van een 92-jarige vrouw zijn zo gebrouilleerd met elkaar dat bezoekjes afgedwongen moeten worden met dwangsommen. Ook over de uitvaart is nu al onenigheid.

Illustratie Maud de Vries

De zaak

De familieleden van een 92-jarige vrouw met dementie waren zó gebrouilleerd geraakt met elkaar dat de rechter in 2022 een omgangsregeling vaststelde. De vier kinderen die om beurten de moeder verzorgden, moesten eens in de maand twee uur uit haar buurt blijven, zodat drie andere kinderen en een kleinkind ongestoord bij (o)ma op bezoek konden. In groepjes van twee.

Hielden de mantelzorgers zich niet aan het vonnis, dan waren ze een dwangsom verschuldigd van 250 euro per keer per persoon, tot maximaal 5.000 euro per persoon. De demente vrouw had een mentor, die haar belangen behartigde in niet-financiële zaken. Die mentor was volgens de rechter bij de omgangsregeling de baas en dus bevoegd om aanwijzingen te geven.

Even leek het goed te gaan. Maar toen de mentor bepaalde dat de bezoekende kinderen niet één maar twéé keer per maand mochten komen, met vier tegelijk, weigerden de mantelzorgers daaraan mee te werken.

Daarop eisten de ‘bezoekers’ in een kort geding onder andere dat de mantelzorgers op alle bezoekmomenten uit de buurt bleven. En ze wilden de dwangsom opvoeren naar 1.000 euro per persoon per keer.

Omdat moeder hard achteruitging eisten ze bovendien alvast dat de mantelzorgers hen binnen twaalf uur na haar overlijden op de hoogte zouden stellen, op straffe van een dwangsom van maar liefst 50.000 euro per dag.

De uitspraak: Deels toegewezen

Volgens de voorzieningenrechter hadden de mantelzorgers de aanwijzingen van de mentor moeten opvolgen. Nu zij daarbij dwars hebben gelegen, verhoogt de rechter de dwangsom van 250 naar 500 euro.

Omdat de mantelzorgers de mentor niet altijd volledig leken te informeren, bijvoorbeeld over de keuze van een nieuwe huisarts, denkt de rechter dat er „gegronde vrees” is dat ze het overlijden misschien zullen stilhouden. Daarom gebiedt de rechter de mantelzorgers binnen twaalf uur na moeders overlijden de anderen daarover te informeren. Dwangsom: niet 50.000 euro, maar 5.000 euro per dag.

De bezoekers hadden ook eisen ingesteld over hun betrokkenheid bij wat er na overlijden zou gebeuren. Ook weer met dwangsommen, die zouden kunnen oplopen tot vele tonnen. Ze eisten onder meer dat ze bij de uitvaart aanwezig mochten zijn. Maar de rechter vindt het te vroeg om dat toe te wijzen. De wet zegt dat de uitvaart moet gaan zoals de overledene wilde – en dat blijkt mogelijk pas na overlijden, uit een testament. Ook zeiden beide partijen tijdens de zitting keurig dat de uitvaart iets was om met elkaar te regelen – misschien was zelfs een gezamenlijk afscheid denkbaar? Door het heengaan van de geliefde moeder kon, aldus de rechter, „een moment van vrede of zelfs verzoening” ontstaan.

Commentaar

Familie onder druk van dwangsommen in het gareel houden – wordt dat niet een beetje te gek? „Tja, het is heel bizar dat dergelijke dingen voor de rechter komen, maar het gebeurt steeds vaker”, zegt Katelijne van Barneveld, erfrechtadvocaat en oprichter van de Vereniging van Erfrechtadvocaten Nederland. „Samengestelde gezinnen, veel mensen met financiële zorgen, meer ouderen dus ook meer sterfgevallen – het draagt allemaal bij aan meer conflicten over contact met kwetsbare ouderen, overlijdens en erfenissen.”

Volgens Van Barneveld zijn erfrechtadvocaten meer dan andere procesadvocaten geneigd om naar praktische oplossingen te streven. „Maar als het niet lukt moet je wel procederen, je bent er om je cliënt te helpen. Ik moet denken aan een jongen van twintig die ik bijstond toen zijn vader overleed. Hij was zestien toen zijn vader een nieuwe vriendin kreeg en het contact was sindsdien minimaal. Nu wilde hij zijn vader nog één keer zien, om het overlijden tot zich door te kunnen laten dringen en afscheid te nemen. De vriendin zei: je komt er niet in. Ik ging met haar in gesprek, maar moest ook een kort geding in gang zetten om de vrouw zo nodig te dwingen de jongen toe te laten en desnoods de kist te openen.”

Ook met een dwangsom van 50.000 euro? „Ja, je moet in één keer de druk helemaal opvoeren, want je hebt maar drie of vier dagen voordat de overledene onder de grond ligt. Je wilt het oplossen, maar je zit met die termijnen. Die twee sporen zijn soms moeilijk uit te leggen.”

Koppig

Die dwangsom is dus puur een drukmiddel dat de rechter kan opleggen als er vrees is dat de gedaagde zich niet vrijwillig aan het vonnis zal houden. De rechter is vrij om de hoogte te bepalen. Een gedaagde hoeft de dwangsom pas te betalen als hij niet aan het vonnis voldoet. „In de praktijk worden dwangsommen in dit soort zaken meestal niet geïnd”, zegt Van Barneveld, „maar het komt wel voor, sommige partijen zijn heel koppig.”

En hoe liep het af met de twintigjarige zoon en de vriendin? „Ik had een goed gesprek met de vriendin, zo kwamen ze weer tot elkaar. Alleen de kist was al gesloten, dat had de man zo gewild. De vriendin vond dat zelf ook heel moeilijk. Ze spraken af dat de kist één keer geopend zou worden en toen hebben ze samen afscheid genomen.”

Tegen de wil van de overledene? „Ja, een rechter had dat dus waarschijnlijk niet toegewezen. Maar afscheid kunnen nemen is heel belangrijk.”